bouw

Bijzondere kenmerken van de bouw

Hoofd

Het hoofd van de gitaar is in verschillende variaties uit te voeren. Door de V-verbinding staat het hoofd rechter op de hals. Hierdoor is de druk op de brug wat minder. Dit verbetert het stemgedrag van het instrument. De achterkant van het hoofd wordt belegd waardoor de v-verbinding beter uitkomt.

Bijkomend voordeel is dat het gewicht van de kop toeneemt wat gunstig is voor de lengte van de tonen.

Houtsoorten.

Coromandel voor het hoofd.

Palissander voor de zij- en achterkant.

Loofhoutceder voor de hals.

De beribbing van de zangbodem is door mij ontworpen.

Het blinkt uit in de evenwichtigheid van de tonen onderling en kent geen “dode” plekken op de toets.

De oplettende beschouwer zal opmerken dat de zangbodem een bolling heeft waarop de kam naadloos aansluit. Deze bolling is te zien zowel in de lengte- als in de breedte
richting. Ik heb dit als standaard bouwmethode overgenomen van mijn belangrijkste
leermeester José Luis Romanillos.

Deze methode maakt een uiterst dunne en dus responsieve zangbodem mogelijk. Dank
aan José!

Kam

De kam is op basis van het “drie gaatjes systeem” van Romanillos. Eigen toevoegingen aan dit model is het verloop van de vleugels die dik beginnen en tot geringe dikte uitlopen.

Rozet

In het rozet zijn paardenhoofdjes verwerkt. Die zijn een ode aan de zeepaardjes die de bekende Antwerpse klavecimbelbouwers familie Ruckers gebruikten in hun klavecimbels. Rand inleg De best uitbundige randinleg komt voort uit de Zuidamerikaanse invloed. Ik ken nogal wat Zuid-Amerikaanse gitaristen. Dat is ook hetkarakter van mijn gitaren.

Zangbodem

De zangbodem is van fichte of western red ceder.

Toets

De toets is voor het bespelen van de gitaar van groot belang.

En zeker ook de methode waarop de fretten worden aangebracht.

Dank Michael Bashkin!
Houtsoort
Ebbenhout

De hals is de C-vorm of de D-vorm. De definitieve vorm van de hals en
de halsvoet zijn een kwestie van “gevoel”. Het is geen exacte wetenschap, zoals de hele gitaar trouwens. De hals wordt loofhout ceder gebruikt.

De klank van de gitaar kenmerkt zich door een groot volume en een lange lengte van de
tonen.

De vorm van het kersenhouten blok is breed en ongeveer 15 mm diep. Om de
zangbodem zoveel mogelijk vrijheid te geven is het blok aan de bovenkant afgeschuind
naar de breedte van de blokjes die de zangbodem verankeren aan de zijkanten.